Rasbeschrijving Rasbeschrijving Het karakter  Een Duitse Pinscher is een ontzettend levendige, temperamentvolle, zelfverzekerde en evenwichtige hond. Verder is hij; • Waakzaam, verdedigt huis en familie • Hij blaft spaarzaam, is geen keffer • Algemeen bekend is zijn intelligentie • Hij is een zeer fijngevoelige hond • Hij is aanhankelijk en speels • Hij is alert en toneelspeler nr. 1 • In de huis een rustige hond (bij voldoende beweging ;-) • Buitenshuis een temperamentvolle hond  Zijn huis en haard bewaakt hij goed en zijn familie zal hij nooit in de steek laten. Het bovenstaande geeft ook aan dat het behoorlijk felle hondjes kunnen zijn als ze niet juist worden opgevoed en ze zijn dan ook eerder geneigd tot bijten als ze gepest worden. Als kennel hond is hij niet geschikt en hij vindt het niet leuk als hij binnenshuis van het familieleven afgescheiden wordt. Evenmin is hij een stads hondje dat genoeg heeft aan 3x per dag 5 minuutjes naar buiten. Dat is niet voldoende voor een Duitse Pinscher!! Hij heeft echt dagelijks zijn vrije wandeling in het bos of op het veld nodig. Dan pas komt zijn ware temperament, dat thuis zo rustig schijnt, tevoorschijn. Al zijn kracht, energie en dynamiek komen dan tot uiting. Door zijn hoge sensibiliteit onderscheidt de Duitse Pinscher zich van andere rassen. Hij verdraagt absoluut geen ongeduldige of harde behandeling in zijn opvoeding; hij verstart dan en reageert uiterst koppig. Men bereikt het tegenovergestelde van wat men eigenlijk wil. Voed ze op met VEEL geduld en consequentie en natuurlijk op een positieve en liefdevolle manier; het liefst met een dosis humor. Een opvoedingsmethode op een positieve manier (het belonen van alleen het juiste gedrag) blijkt voor deze hond een uitkomst te zijn! Verder houdt de Duitse Pinscher van: • Vrij wandelen/rennen • Zich 'echt' kunnen uitleven (bijv. lekker graven) • Behendigheid • Doggy-dancing • Uithouding sport • Gehoorzaamheid • Speurwerk • Samen met de baas dingen ondernemen • Mee rijden met de auto • Draven naast de fiets • Spelen • Leren De Duitse Pinscher heeft een hekel aan nattigheid en kou. Het is een sportieve hond. Hij is waakzaam en absoluut geen doetje. Hij is heel snel in al zijn bewegingen en zeer energiek. Het is geen nerveuze hond. Hij kan soms wel wat ongeduldig zijn. Hij is leergierig alhoewel zijn oren er soms voor de sier aanzitten. Het is geen apporteer hond. Hij is vrolijk en het is een sterk ras, dat een stabiele, consequente en eerlijke baas verdient. Het baasje moet zeker van zichzelf zijn en heel stevig in zijn schoenen staan. Mede omdat ze vrij dominant zijn van zichzelf uit, zal er extra aandacht besteed moeten worden aan de socialisatie met betrekking tot kinderen. Het uiterlijk De Duitse Pinschers zijn er in twee kleuren: zwart-rood en rood. Het is een gespierde, elegante en opvallende hond. Door zijn korte haren en glanzende vacht zijn de spieren duidelijk te zien. De schofthoogte bedraagt 45 tot 50 cm en hij weegt tussen 13 en 20 kg. Vroeger werden de oren en staart geknipt zodat hij dikwijls werd aangezien voor een kleine Dobermann. Het couperen is nu verboden en de Pinscher draagt nu afhangende oren en een sabel staart. De teefjes zijn volledig uitgegroeid op een leeftijd van anderhalf jaar terwijl de reuen op drie jarige leeftijd echt volledig tot hun recht komen door hun krachtige spieren. Zijn lengte/ hoogte moet een vierkant benaderen, dus zo kort mogelijk. Zijn hoofd van neuspunt tot achterhoofdsknobbel moet ongeveer half zo lang zijn als de rug, gemeten van top van de schouder tot de staart aanzet. De schedel is sterk zonder felle achterhoofdsknobbel. Het voorhoofd is vlak en loopt vlak met de neusrug. De lippen zijn zwart, zacht en strak aangesloten tegen de kaken. Het gebit is sterk ontwikkeld. De ogen zijn donker, ovaal met zwarte goed aangesloten oogleden. Het hoofd in zijn geheel houdt zijn elegantie. Van voren gezien zijn de voorbenen goed ontwikkeld, recht en niet te dicht bij elkaar. Van de zijkant gezien zijn de voorbenen recht. De achterbenen niet nauw van achteren gezien. Boven dij van gemiddelde lengte, breed en krachtig gespierd. De beharing is kort en dicht gepland, glad, gesloten en glanzend. Zwart met bruine aftekening of roodbruin van kleur. Historie  De Duitse Pinscher werd vroeger in de 19e eeuw gebruikt om de paardenstal te bewaken en het ongedierte, zoals ratten en muizen, te bestrijden. Eigenlijk was het de Pinscher welke in de vorige eeuw de liefhebber en fokker tot een plan hebben gebracht. Josef Bertha richtte in 1895 de "Pinscher Club" op in Duitsland. Toentertijd werd ook de ras standaard van de Pinscher vastgelegd. De Duitse Pinscher was eigenlijk niet zo populair zoals zijn ruwharige verwant de schnauzer. Vanaf 1939 (begin 2e wereldoorlog) ging het bergafwaarts en in 1949 werd de laatste Duitse Pinscher in het Duitse honden stamboek bijgeschreven. In 1957, dat was 8 jaar na de laatste bijschrijving, greep de heer Werner Jung, de toenmalige hoofd fok toezichter van de PSK (=Pinscher-Schnauzer-Klub) in. Hij zette alle beschikbare middelen in voor de Duitse Pinscher fok. Van zijn zwart-bruine teef 'Jutta' en enkele overgrote dwerg Pinschers fokte hij een kleine basis van Duitse Pinschers onder zijn kennelnaam 'v/d Birkenheide'. In zijn boek 'der Deutsche Mittelschlag Pinscher' beschrijft hij al zijn tegenslagen en andere dingen welke hij in de Duitse Pinscher fok bereikt heeft. Werner Jung is de man welke de basis heeft gelegd voor onze moderne Pinscherfok. Binnen Nederland hoeven we niet ver terug te gaan om de geschiedenis naar boven te halen. Rond 1970 werden de eerste Duitse Pinschers geïmporteerd uit Zweden en Duitsland en zo is er binnen Nederland begonnen met de Duitse Pinscher. Het bovenstaande geeft al aan dat de Duitse Pinscher nooit massaal gefokt is en dat hij helaas (maar misschien is dat ook wel z'n geluk geweest) alleen in kleine aantallen gefokt wordt door liefhebbers voor echte liefhebbers. Vandaar dat de Duitse Pinscher een vrij zeldzaam ras is in Nederland.    Copyright Daisy’s Pride © 2013 | Korte Broekema Producties